Zit dit in de toets meneer?
Een pleidooi voor trekken, deel 2
Er zijn een aantal dominante bewegingspatronen die we met ons lichaam kunnen maken. Deze beweegpatronen lenen zich goed om fysieke zaken uit te leggen, maar ze zijn ook goed te gebruiken als metaforen voor andere zaken in het leven.
Graag wil ik de komende weken een aantal van deze metaforen met je delen.
In dit artikel laat ik het fysieke helemaal los om te kijken naar de mentale voordelen van trekken.
Zit dit in de toets meneer?
Deze titel vat in mijn ogen in een notendop samen wat er mis is met ons onderwijssysteem. De oplossing ligt er gelukkig ook in verborgen: De zin eindigt immers met een vraagteken, een symbool dat lijkt op een haak. En haken worden gebruikt om te trekken.
Voor ik verder ga, even wat context.
Ik heb 10 jaar voor de klas gestaan als docent van allerlei exacte vakken. Hoewel ik altijd al een gevoel had dat er een verschil was tussen de leerlingen die goed scoorden en leerlingen die minder goed scoorden, werd de grote oorzaak hiervan me pas duidelijk tijdens het volgen van een cursus ‘snellezen.’
Het grote probleem bij snellezen is dat veel methodes je wel sneller laten lezen, maar dat er weinig aandacht wordt besteed aan het onthouden van het gelezen materiaal. De methode die ik gebruikte had hier een oplossing voor: Vragen stellen!
Door vooraf jezelf af te vragen wat je kunt leren uit een bepaald stuk tekst, trek je de antwoorden namelijk automatisch naar je blikveld toe. Het gevolg is dat je de gelezen tekst beter onthoud dan wanneer je er blanco instapt.
Toen ik dat leerde, vielen er ineens een aantal puzzelstukjes op zijn plaats.
De meeste onderwijsmethoden zijn namelijk gebaseerd op duwen: Er is een vastgesteld curriculum van kennis en vaardigheden die je als docent “in de leerlingen moeten duwen.”
Doe je dit niet, dan gaat het simpelweg mis op het examen.
Vind je ook dat de plastische manier waarop ik het hierboven omschrijf (lesstof in de leerling duwen) op zichzelf eigenlijk al weerstand oproept?
Neem dan nu een situatie waarin je geconfronteerd wordt met materie waar je eigenlijk geen klap aan vindt, op een locatie waar je eigenlijk niet graag bent. Daarnaast heb je beperkt de tijd om jezelf de materie eigen te maken en als je pech hebt moet je het van iemand leren waarbij de passie lang geleden al gedoofd is.
Uiteraard is dit een sterk overdreven en uitvergrootte situatieschets, maar ik doe het om een punt te maken. Ik vind het namelijk niet vreemd dat in zo’n situatie de motivatie ontbreekt om te presteren.
Stel dat we het schoolsysteem zouden baseren op trekken?
Dat de aandacht zou liggen op het leren aan kinderen hoe ze goede vragen kunnen stellen.
Dat we eerst de nieuwsgierigheid aanwakkeren om vervolgens de lesstof er in te schieten. Ze uitdagen om hun talenten te ontwikkelen en ze niet af te stompen met het eindeloos laten oefenen van de dingen waar ze niet goed in zijn en dus niet nieuwsgierig naar zijn en dus nooit meer dan gemiddeld in zullen worden.
Vind je wiskunde leuk maar is je talenknobbel zo diep als de Marianentrog? Zorg dat je communicatieskills op niveau zijn en ga daarna vooral het wereldwijde energieprobleem oplossen. (Ik mag graag denken dat mijn ‘skills’ op niveau zijn, hoewel er ongetwijfeld hier en daar nog grammaticale fouten in deze tekst staat 😉 )
Andersom geldt het ook: Denk je bij worteltrekken als eerste aan een vakantiebaantje op de boerderij? Zorg dan dat je enigszins kunt uitrekenen of je genoeg wisselgeld bij de kassa ontvangt en ga je daarna bezig houden met het uitroeien van analfabetisme.
Wederom gechargeerd, maar het stellen van vragen werkt. Ik heb 10 jaar aan bewijs. De kinderen die mij vroegen of een bepaald onderwerp voorkwam in de toets, scoorden op dat betreffende onderwerp (ook als het ze geen klap interesseerde) over het algemeen beter dan de kinderen die dat niet deden.
Hopelijk hebben ze er ook iets van geleerd..
MOEITE MET HET BEHALEN OF VOLHOUDEN VAN JE DOELEN?
Beantwoord deze 8 korte vragen en leer wat je moet doen om succesvol te worden.
Trackbacks/Pingbacks