Zelfvertrouwen of vertrouwen?

De valkuil van het S.M.A.R.T. doelen stellen

Het is een koude, regenachtige dag in oktober 2007. Ik bevind me in een zwaar gedateerd appartement. Houtkleurige schrootjes, inbouwkasten en bloemetjesbehang domineren het interieur. Er is geen centrale verwarming, geen douche en geen keuken. Het appartement ziet eruit alsof er zeker 20 jaar niemand in gewoond heeft, en dat bleek later ook zo. Alles in de ruimte oogt als een doffe ellende. De koopprijs is echter perfect voor een starter zoals ik…

Ik denk dat het onnodig is om te zeggen dat er een serieuze verbouwing plaats diende te vinden om dit pand bewoonbaar te maken. Ik ben zelf redelijk handig, maar dit project kon ik totaal niet overzien. Ik had letterlijk geen idee waar te beginnen en hoe hier ooit iets fatsoenlijks van te maken was.

Gelukkig is mijn pa een soort Surinaamse Bob de Bouwer. Het enige dat hij erover zei was: ‘Het komt wel goed.’ Mijn volledige aankoop van dit appartement stoelde ik op die vier woorden uit zijn mond.

Waarom dit verhaal? Omdat het mij steeds meer opvalt dat we in een maatschappij leven waarin we een drang naar controle hebben. Door middel van S.M.A.R.T. doelen proberen we de wereld naar onze hand te zetten. 

De R staat hierin voor realistisch. Het vervelende is dat deze manier van doelen stellen ervoor zorgt dat we vaak succesvol zijn in het bereiken ervan. Dat is vervelend, omdat als altijd alles lukt het idee dat wij zelf de oorzaak zijn van ons succes gesterkt wordt. Het idee dat we de controle hebben. 

Bij het nadenken over de richting van ons leven beperken deze ‘succeservaringen’ ons enorm. We durven geen grote visie te hebben, omdat die vanuit ons huidige perspectief niet realistisch is. We bedenken allerlei problemen waar we tegenaan kunnen lopen en zijn vervolgens bang om te falen in het overkomen van die zelfbedachte problemen. Deze angst stopt ons op voorhand al om in beweging te komen. 

De oplossing lijkt zelfvertrouwen: “Als ik meer zelfvertrouwen heb, dan lukt het me wel.” 

Maar wat is zelfvertrouwen? De meeste mensen hebben daar nooit echt over nagedacht en ook de wetenschap heeft er geen eenduidige definitie van. 

Mijn ervaring is dat mensen die verwachten zelfvertrouwen nodig te hebben, eigenlijk een verkapte versie van controle zoeken. Hoe meer zekerheid er is over de eigen vaardigheden in relatie tot een verwachte uitkomst, hoe meer zelfvertrouwen ze voelen (hopelijk zie je de denkfout in dit wereldbeeld). 

Feit is dat wanneer je een prestatie moet leveren of een doel wilt bereiken er een factor is waar je invloed op hebt (maar geen controle) en een factor waar je geen invloed op hebt. Dat is altijd zo. De realiteit is dus dat iedere onderneming onzeker is, maar dat niet iedere onderneming onzeker voelt. 

En daar zit de crux. Zelfvertrouwen is een gevoel. Een gevoel dat slechts veroorzaakt wordt door de gedachten die jij op dat moment hebt over je doel of prestatie. Het zegt niets over je vaardigheden of over de te verwachte uitkomst.

Een vraag is dan: “Waarom wil je je tijd spenderen aan het najagen van dit gevoel?”

Het hebben van vertrouwen daarentegen, is in mijn beleving wat anders. Vertrouwen, dus zonder het woord ‘zelf’ ervoor, haalt de druk weg bij jou als individu.

Het hebben van vertrouwen betekent dat je beseft dat er bij alles wat je onderneemt een factor is waar je geen controle over hebt, maar dat je geen tijd verspilt aan het exact uitzoeken wat die factor is. Als je vertrouwen hebt, besef je dat de mens van nature veerkrachtig en vindingrijk is. Dat we als mens altijd het vermogen hebben om een probleem op te lossen in het moment: het moment dat het probleem zich daadwerkelijk voordoet.

In het geval van de verbouwing van mijn appartement zijn we talloze problemen tegengekomen. Ik had van te voren al een doemscenario in mijn hoofd, maar gek genoeg (of niet) zijn we geen enkel van de op voorhand door mij bedachte problemen tegengekomen. Wel liepen we tegen genoeg andere uitdagingen aan de we niet hadden voorzien, maar die we – op het moment dat ze plaatsvonden – wisten te tackelen. Bij iedere tegenslag zei mijn pa: “Dat komt wel goed” en na wat puzzelen en improviseren kwam het ook altijd goed.

Met de verwachting op voorhand al een oplossing nodig te hebben voor de door mij bedachte problemen, had ik het appartement nooit gekocht. Had je me gevraagd op voorhand een oplossing te bedenken voor al de problemen die we uiteindelijk wel tegenkwamen, dan had ik het appartement nooit gekocht.

Gelukkig had ik vertrouwen. 
In mezelf. In mijn pa. In het leven.  

Begin maart 2008 nam ik met tranen in mijn ogen afscheid van m’n ouders. In een schitterend appartement, mijn appartement, met een glas champagne. Die dag sloot ik een tijdperk af. Na 25 jaar vertrok ik uit mijn ouderlijk huis. Een nieuw, nog onbekend hoofdstuk in mijn leven was gestart en ik ik trad het vol vertrouwen tegemoet.

Liefdevolle groet,

Leroy